Zoals bekend is de moeilijkheid om de gezichtsuitdrukkingen van andere mensen te interpreteren en erop te reageren een typisch kenmerk van Autismespectrumstoornissen (ASS).
Dankzij nieuwe technologieën hebben onderzoekers ontdekt dat mensen met ASS veranderde hersenactiveringen vertonen bij het verwerken van afbeeldingen die verband houden met gezichtsuitdrukkingen. Eerdere studies suggereren ook dat het hormoon oxytocine betrokken is bij sociale interacties, die zowel bij dieren als bij mensen voorkomen. In feite hebben verschillende onderzoeken uitgevoerd met gezonde vrijwilligers het bewijs geleverd van de Gunstige effecten van oxytocine in termen van meer zelfvertrouwen, verbeterde herkenning van emoties en voorkeur voor sociale prikkels.
Voordat ik verder ga, laat ik je een lezing achter die bij TED werd gegeven met de titel "Vertrouwen, moraal ... en oxytocine":
in principe, Elke keer dat je iemand knuffelt (of iemand anders je knuffelt), gaat je oxytocinespiegel omhoog.
Al het eerdere wetenschappelijke werk leidde Duitse onderzoekers tot de hypothese van de invloed van oxytocine bij autismespectrumstoornissen.
Dr. Gregor Domes, van de Universiteit van Freiburg en eerste auteur van de studie, legde uit: «In de huidige studie willen we dat aantonen een enkele dosis oxytocine kan de reacties van de hersenen op sociale prikkels bij mensen met ASS veranderen ».
Met deze studie was het mogelijk om te verifiëren dat oxytocine een effect heeft op de sociale verwerking van mensen met ASS, wat suggereert dat het zou kunnen helpen bij het behandelen van een basale hersenfunctie die niet goed werkt.
Om deze studie uit te voeren, werden 14 personen met de aandoening en 14 controlevrijwilligers opgeroepen. Ze moesten allemaal verschillende taken uitvoeren met betrekking tot foto's van gezichten en huizen terwijl ze werden gecontroleerd met een hersenscanner. Deze test werd tweemaal uitgevoerd, eenmaal na ontvangst een neusspray met oxytocine en een ander, na ontvangst van een neusspray met placebo-inhoud. De volgorde van de verstuivingen was willekeurig en de tests werden met een tussenpoos van een week gedaan.
Door het gebruik van twee verschillende soorten stimuli bij de taken, enerzijds afbeeldingen van gezichten en anderzijds huizen, konden de onderzoekers de effecten van oxytocine en de toediening van placebo vergelijken en konden ze ook onderscheid maken tussen de specifieke gerelateerde effecten met sociale stimuli en effecten voor hersenverwerking in het algemeen.
De resultaten van dit onderzoek zijn erg bruikbaar. De gegevens geven aan dat oxytocine specifiek de reacties van de amygdala op sociale stimuli verhoogt bij personen met autismespectrumstoornissen. Volgens specialisten wordt de amygdala geassocieerd met de verwerking van emotionele prikkels en gezichtsuitdrukkingen. Deze bevinding suggereert dat oxytocine sociale stimuli zou kunnen bevorderen, wat zeer nuttig zou zijn bij de vorming en het gedrag van sociale vaardigheden bij ASS.